De geplande vrijgave van vrijgegeven documenten in de officiële geschiedenis van het ministerie van Buitenlandse Zaken duurt 30 jaar. In de praktijk is het iets langer, meestal zo'n 35 jaar.
Uiteraard wordt niet alles vrijgegeven. Soms blijkt uit onafhankelijk onderzoek door serieuze historici dat het verslag door weglating ernstig is vervalst. Af en toe zijn er regeringen die zo’n buitengewone haat jegens de democratie koesteren dat ze eenvoudigweg cruciale documenten vernietigen in plaats van het gevreesde en verachte publiek te laten weten wat hun regering doet, zelfs decennia later.
Het meest extreme voorbeeld zijn de mensen die nu Washington besturen, in hun Reaganiet-fase, en die nu door de pers en commentatoren worden beschreven als “Wilsoniaanse idealisten” die de “messiaanse visie” van hun Leider nastreven om democratie voor de wereld te brengen, met als bewijs dat zijn toespraakschrijvers verklaren dat dit waar is. Toen zij in de jaren tachtig aan de macht waren, weigerden zij de documenten over de omverwerping van de gekozen regeringen van Iran en Guatemala in 1980 en 1953 vrij te geven – en misschien zelfs te vernietigen –, waardoor in beide gevallen de weg werd vrijgemaakt voor tientallen jaren van wrede staatsmisdaden. Die schending van de standaardpraktijk was zo extreem dat de historici van het ministerie van Buitenlandse Zaken, een behoorlijk conservatief stel, uit publiekelijk protest aftreden. Ik kan mij geen ander soortgelijk geval herinneren.
Er bestaat geen verjaringstermijn voor deze staatsmisdaden. Maar het maakt niet uit. Het fundamentele principe van de internationale gerechtigheid is dat de machtigen principieel vrijgesteld zijn. Dat principe werd vastgelegd in het Tribunaal van Neurenberg, dat wordt gezien als de basis van de moderne “universalisering” van de gerechtigheid – waarbij onder “universeel” wordt verstaan: ons uitsluiten. Dat reikt zelfs tot regelrechte genocide.
Het Wereldgerechtshof buigt zich nog steeds over een aanklacht die Joegoslavië tegen de NAVO heeft ingediend op grond van het genocideverdrag. De VS hebben zich uit de zaak teruggetrokken op grond van het feit dat zij bij de ratificatie van het Genocideverdrag (na veertig jaar) het gebruikelijke voorbehoud hebben gemaakt bij de (zeer weinige) mensenrechtenverdragen die de VS hebben geratificeerd: het is niet van toepassing op de VS ( “niet zelfuitvoerend”, in technische termen). Het Wereldgerechtshof heeft dit argument terecht aanvaard.
Het principe is zo diep verankerd in de morele en intellectuele cultuur dat het schijnbaar onmerkbaar is. Zo berichtte de nationale pers een paar weken geleden de vrijgave van de Nixon-Kissinger-uitwisselingen (ondanks de sterke bezwaren van Kissinger). In het rapport werd terloops opgemerkt dat Kissinger, altijd de gehoorzame bureaucraat, Nixons bevel om Cambodja te bombarderen overbracht met de woorden: “Een enorme bombardementscampagne in Cambodja. Alles wat vliegt op alles wat beweegt.”
Ik kan geen vergelijkbare oproep tot buitengewone oorlogsmisdaden bedenken. Als iemand een document zou opgraven waarin Milosevic de Servische luchtmacht beveelt Bosnië of Kosovo in puin te leggen met de woorden ‘Alles dat vliegt op alles wat beweegt’ – of zelfs maar iets dat daar ook maar enigszins in de buurt van komt – zouden de aanklagers dolblij zijn, het proces zou zou eindigen, en Milosevic zou vele opeenvolgende levenslange gevangenisstraffen krijgen voor de misdaad van genocide, een doodvonnis als het Tribunaal de Amerikaanse conventies zou volgen. In dit geval was er, na een terloopse vermelding in de grootste krant ter wereld, geen merkbare belangstelling, ook al zijn de verschrikkelijke gevolgen bekend. En terecht, als we het beginsel aannemen dat we – per definitie – geen misdaden kunnen plegen of er enige verantwoordelijkheid voor kunnen dragen.
ZNetwork wordt uitsluitend gefinancierd door de vrijgevigheid van zijn lezers.
Doneren