In 1950 stelde de Veiligheidsraad een procedure in om te verzekeren dat impasses tussen landen de Verenigde Naties er niet van zouden weerhouden hun missie uit te voeren om ‘de internationale vrede en veiligheid te handhaven.’ Omdat de Verenigde Staten een belangrijke rol speelden bij de aanneming ervan, besloot de Raad nam met bijna unanieme stemmen Resolutie 377 aan, met de toepasselijke naam ‘Uniting for Peace’.
De Algemene Vergadering kan binnen 24 uur bijeenkomen om een dergelijke kwestie te overwegen, en kan collectieve maatregelen aanbevelen aan VN-leden, waaronder het gebruik van strijdkrachten om ‘de internationale vrede en veiligheid te handhaven of te herstellen’.
Uniting for Peace werd vervolgens door de Verenigde Staten gebruikt om druk uit te oefenen op de Sovjet-Unie om haar interventie in Hongarije in 1956 stop te zetten. De Sovjet-Unie had haar veto gebruikt om de goedkeuring van een anti-interventieresolutie in de Veiligheidsraad te voorkomen. Opnieuw werd een spoedzitting van de Algemene Vergadering gehouden en werd de Sovjet-Unie bevolen haar interventie in Hongarije stop te zetten.
Het zou kunnen opleggen dat het inspectieregime zijn inspecties mag voltooien. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië een dergelijke maatregel zouden negeren. Een stemming door de meerderheid van de landen in de wereld, vooral als deze vrijwel unaniem zou zijn, zou de eenzijdige haast naar oorlog moeilijker maken.
(De CCR-website bevat een ontwerpresolutie en andere ondersteunende Uniting for Peace-documenten. www.ccr-ny.org)
Jules Lobel Professor, Universiteit. van Pittsburgh Law School 1 412 648 1375