De Franse rellen van eind oktober en november werden onmiddellijk ingezet voor ideologisch zwaar werk om verschillende doelen te dienen. Ten eerste wilde de ‘Botsing der Beschavingen’-menigte de rellen onmiddellijk in de context plaatsen van een neoconservatieve kruistocht van de westerse beschaving tegen het islamitisch fundamentalisme. Het feit dat de relschoppers in de rij stonden voor Amerikaanse rappers en doorgaans alleen Frans spraken, deed hen uiteraard geen twijfel. Na ongeveer evenveel tijd in het buitenland te hebben doorgebracht als George Bush voordat hij president werd, kwamen deze ‘waarnemers’ van de Amerikaanse kant van de Atlantische Oceaan onmiddellijk in actie tegen een nieuwe aanval van de islam op de westerse beschaving. Voor hen klonk de oproep om de poorten van de citadel open te trekken en de nieuwe Ottomanen buiten te sluiten. Degenen die dachten dat de bron van de huidige problemen buiten de islam lag, werden naïef verklaard. Het wrijvingsloze discours over het islamitisch fundamentalisme vertoonde geen enkel teken dat het werd afgeremd door feiten, en pogingen om de discussie te verheffen door deze te introduceren kregen alleen maar een ‘door de spiegel’-karakter naarmate het beweren van feiten een bewijs werd van ‘onwetendheid’.
Het andere refrein dat werd gehoord was van de liberalisten die de Lissabon-agenda voor de EU probeerden te bevorderen. Het probleem van Frankrijk was ongetwijfeld geworteld in hun Europese sociale model met hoge lonen. Zo aangemoedigd door de gebeurtenissen in Frankrijk, waren veel van deze critici zelfs zelfverzekerd genoeg om toe te geven dat Frankrijk bijna de meest productieve economie ter wereld heeft, met arbeidstarieven per uur die hoger liggen dan die van het grootste deel van de ontwikkelde wereld.
Toch moeten andere punten in overweging worden genomen bij de beoordeling van de Franse situatie. Ten eerste is immigratie zeker een probleem, maar dat geldt ook voor het economisch beleid. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft op grond van de criteria van Maastricht de doelstellingen voor de overheidsinflatie en de staatsschuld zo laag gesteld dat er een decennium van hoge werkloosheid en langzame groei is ontstaan. Het doel is om een sterkere euro te creëren die kan concurreren met de Amerikaanse dollar als mondiale reservevaluta, en om een beetje Schumpeteriaanse creatieve destructie te introduceren om oudere industrieën uit de weg te ruimen, zoals de VS en Groot-Brittannië in de jaren tachtig deden. Dan is er de heersende hedendaagse economische theorie, een soort modern Lysenkoïsme waarbij de gegevens moeten passen bij de theorie en niet andersom. De ECB lijkt vastbesloten haar pad van lage groei en hoge werkloosheid voort te zetten, ongeacht de gevolgen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Frankrijk en Duitsland deze schulden- en inflatiedoelstellingen tijdens hun recessieperiodes hebben opgerekt, zoals het voorrecht is van de machtigen binnen de EU. Maar ze hebben niet hetzelfde monetaire stimuleringsbeleid voor de groei gevoerd als Groot-Brittannië en de VS sinds het vertrek van Margaret Thatcher en George Bush nr. 1980. In het kielzog van deze leiders voerden beide staten een hoofdzakelijk keynesiaans monetair beleid dat de groei aanmoedigde. Groot-Brittannië en de VS spreken zeker een goede lijn uit over het neoliberale beleid, maar geen van beiden houdt de daad bij het woord.
Ten tweede is de mondialisering gedeeltelijk verantwoordelijk voor de huidige onrust in Frankrijk. De ineenstorting van het Sovjetblok en de daarmee gepaard gaande uitbreiding van de EU, samen met de daarmee samenhangende krachten van de mondialisering, brachten veel Franse producenten ertoe te vluchten naar meer staten met lagere lonen en minimale veiligheidsnormen, of met andere woorden wat eufemistisch ‘flexibiliteit’ wordt genoemd. Deze geschiedenis kan niet worden teruggedraaid, maar mag ook niet worden vergeten bij het implementeren van nieuw beleid.
Ten derde heeft Frankrijk een rampzalig beleid gevoerd op het gebied van sociale integratie met zijn Noord- en West-Afrikaanse immigranten. In plaats van ze te mainstreamen in de Franse samenleving, heeft het ze gettovormig gemaakt op de manier die de VS ooit in de jaren zestig volgden met de hoogbouwontwikkelingen. Hoewel ze in plaats van ze in centrale steden te plaatsen, zich in de buitenwijken bevinden. Dit model heeft zowel in de VS als in Frankrijk gefaald en moet worden veranderd.
Dit roept de vraag op wat Frankrijk nog meer onderscheidt van de VS, aangezien Amerika wordt gepresenteerd als het te volgen model voor het creëren van sociale vrede en werkgelegenheid. De VS hebben wel meer werk. Maar nogmaals, dit is evenzeer geworteld in de dollar als een mondiale reservevaluta en zijn expansieve monetaire beleid en militair keynesianisme dan in de zojuist gevierde lage lonen en het ontbreken van voordelen voor arme arbeiders. We moeten ook niet vergeten dat de VS slechts twee miljoen van haar stedelijke jongeren in gevangenissen opsluit als middel voor sociale controle. De recente gebeurtenissen in New Orleans, met de orkaan Katrina, zouden ons er ook aan moeten herinneren dat onder de Afro-Amerikaanse armen in Amerika die nog niet opgesloten zitten, en in het Zuiden soms tot werkbendes zijn gedwongen, alles niet zo vredig is op de plantage als de neoliberale pers beweert.
Je zou dan ook mogen hopen dat Frankrijk, en de EU, zullen overwegen om de neoliberale lijn van de ECB op het gebied van schulden en inflatie te heroverwegen, en Groot-Brittannië en de VS op dit gebied zullen volgen in wat zij doen in plaats van zeggen. Bovendien zou Frankrijk profiteren van een volledige herbeoordeling van zijn beleid voor sociale integratie, dat de puinhoop van zijn dreigende voorsteden ongedaan maakt. Bovendien zou Frankrijk voor elke werkgelegenheid die niet door het economisch stimuleringsbeleid wordt gecreëerd, kunnen kijken naar hogere uitgaven voor onderwijs en onderzoek, zoals Ierland en Finland doen.
Auteursrecht auteurs: geen publicatie zonder toestemming van de auteurs
Auteurs: Jeff Sommers is een Amerikaanse gastprofessor aan de Stockholm School of Economics in Riga en voormalig Fulbrighter in Letland
Dirk Hoyer is een huidige docent Duits in de Baltische staten, voormalig Bosch-docent in Letland en voormalig afgestudeerde student in Frankrijk
ZNetwork wordt uitsluitend gefinancierd door de vrijgevigheid van zijn lezers.
Doneren