Tijdens een vlucht van Turkije naar de Verenigde Staten vorig jaar zat ik achter een jonge man uit Ramallah die, nadat hij eindelijk een moeizaam hoepelspringen had voltooid, op weg was om zijn Palestijnse vrouw te bezoeken in een buitenwijk van Houston. Hij werd vergezeld door een gigantische map vol documenten.
Omdat de jongeman geen Engels kon lezen, gaf hij mij zijn douaneaangifteformulier om in te vullen. Alles verliep soepel totdat we bij de nummers vijf en zeven op het formulier kwamen, die respectievelijk 'Paspoort afgegeven door (land)' en 'Land van verblijf' waren.
Voor de eerste gingen we voor de ‘Palestijnse Autoriteit’. Voor de tweede keer kregen we de opdracht van een oudere Palestijnse inwoner van Jordanië die aan het gangpad zat om ‘Westelijke Jordaanoever’ te plaatsen, wat volgens hem het juiste antwoord was. Uiteindelijk was dat de Westelijke Jordaanoever – en ik kruiste mijn vingers dat de dienstdoende immigratieambtenaar op zijn minst enigszins menselijk was.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de Westbankier meer geluk had dan veel Palestijnen, omdat hij überhaupt kon reizen – zij het niet handig – in plaats van weg te kwijnen in de openluchtgevangenis van de Gazastrook of in vluchtelingenkampen in Libanon, waar de omstandigheden zijn niet veel beter.
De overlevende leden van de eerste golf van Palestijnse vluchtelingen naar Libanon verblijven nu al 68 jaar in het land, maar hun staatsburgerschap en de daarmee gepaard gaande vrijheden worden nog steeds ontzegd, waaronder het recht om zo veel mogelijk te werken. vacatures.
In 1995 was de situatie al zo nijpend dat de volgende mensen geschokt waren beschrijving van de veelgeprezen schrijver Juan Goytisolo in de Spaanse krant El País: “350,000 mensen teruggebracht tot de positie van onzin uit een geschiedenis van bloed en vuur, louter geluid en woede! De internationale gemeenschap haalt de schouders op: drama’s die te lang duren zijn saai.”
Nu, ruim twintig jaar later, is de Palestijnse vluchtelingenpopulatie in Libanon gegroeid tot ongeveer een half miljoen. Zoals je je kunt voorstellen, zijn de dingen net zo saai als altijd.
Voor de Israëli’s echter zullen steeds meer Palestijnen – vooral natuurlijk in Israël/Palestina zelf– vormen een nogal lastig dilemma. De rechtvaardiging voor het zionistische project is immers niet alleen gebaseerd op een religieuze legende, maar feitelijk ook op het Palestijnse niet-bestaan.
Denk aan de beruchte voormalige Israëlische premier Golda Meir citeren:
“Het was niet alsof er een Palestijns volk in Palestina was dat zichzelf als een Palestijns volk beschouwde en wij kwamen en gooiden ze eruit en namen hun land van hen af. Ze bestonden niet.”
Op de 68e verjaardag van Israëls “onafhankelijkheid” van die niet-mensen die zichzelf als niets identificeerden, moet de campagne om de Palestijnse identiteit als het ware uit te wissen nog steeds niet slagen. Niet dat Israël niet zijn uiterste best heeft gedaan. Naast de retorische verdwijningsdaad die Meir probeerde, zijn er ook tal van praktische manoeuvres geweest.
Om te beginnen werd de Israëlische onafhankelijkheid mogelijk gemaakt door de vernietiging van Israël meer dan 500 Palestijnse dorpen en de verdrijving van ongeveer 750,000 mensen van het grondgebied. Duizenden werden gedood – een dodelijke erfenis die tot op de dag van vandaag ononderbroken voortduurt.
In een van de meest brute aanvallen van recent geweld heeft het Israëlische leger 2,251 Palestijnse levens gedoofd tijdens de 51 dagen durende aanval op Gaza in 2014, met de codenaam Operatie Protective Edge. Think Volgens de Verenigde Naties waren 299 van de dodelijke slachtoffers vrouwen en 551 kinderen.
Het torenhoge aantal sterfgevallen onder kinderen kan overigens gezien worden als een goede aansluiting op een bepaald recept van wijlen Uri Elitzur, een voormalig adviseur van Benjamin Netanyahu. In de aanloop naar Operatie Protective Edge plaatste toenmalig Knesset-lid Ayelet Shaked – nu de nominale minister van Justitie van Israël – een fragment van Elitzur's inspirerende overpeinzingen op Facebook.
Een Engelse vertaling van Shaked's bericht verscheen in verschillende publicaties, waaronder The Washington Post, waarin de ‘linkse site Mondoweiss' als bron. Enkele belangrijke punten zijn als volgt:
“Achter elke terrorist staan tientallen mannen en vrouwen, zonder wie hij niet aan terrorisme zou kunnen deelnemen… Het zijn allemaal vijandige strijders, en hun bloed zal op al hun hoofden vloeien. Nu vallen daar ook de moeders van de martelaren onder, die hen met bloemen en kussen naar de hel sturen. Ze zouden hun zonen moeten volgen, niets zou rechtvaardiger zijn. Ze zouden moeten gaan, net als de fysieke huizen waarin ze de slangen grootbrachten. Anders zullen er meer kleine slangen worden grootgebracht.”
Hoe populair de uitroeiingsaanpak ook mag zijn onder sectoren van het Israëlische publiek, er zijn echter feiten ter plaatse die dat in de weg staan – namelijk een bepaald “Palestijns volk in Palestina dat zichzelf als een Palestijns volk beschouwt” en uitdagend blijft ademen. van Israëlische ontwerpen.
Niettemin hebben de Israëlische media voldoende redenen voor optimisme ontdekt over de achtenzestigste verjaardag van Israël. In een recent artikel kopte “Israël op 68 jaar: nog steeds sterk en modern”, juichte de website Ynetnews over een rapport van het Israëlische Centraal Bureau voor de Statistiek, volgens welke “96 procent van de Israëli’s nu wasmachines in huis heeft, 99.9 procent van de Israëli’s een koelkast heeft, 87 procent heeft airconditioning, en terwijl 73 procent van de Israëli’s nog steeds een vaste lijn heeft, heeft 96 procent van de bevolking minstens één mobiele telefoon.”
Maar als we het feit in ogenschouw nemen dat geïnstitutionaliseerde etnische zuivering toevallig tot de meest achterhaalde verschijnselen behoort, lijkt het erop dat de apparaat-gelukkige natie zo achterlijk is als maar kan.
Belén Fernández is de auteur van “The Imperial Messenger: Thomas Friedman op het werk”, uitgegeven door Verso. Ze is redacteur bij kapduif magazine.
ZNetwork wordt uitsluitend gefinancierd door de vrijgevigheid van zijn lezers.
Doneren