IIn juli liep in de Verenigde Staten een serie over de organisatie en financiering van de geheime programma’s van de federale overheid na 9 september. Washington Post. Onderzoeksjournalisten Dana Priest en William Arkin vestigden de aandacht op het feit dat bijna 2,000 particuliere bedrijven deze 'alternatieve geografie' beheren en essentiële diensten verlenen. Net als de oorlogen in Afghanistan en Irak is de binnenlandse veiligheid een bijproduct van de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de overheid.
Hoewel er twee jaar aan gewerkt is en vergezeld gaat van een uitgebreide website, gaat de serie voorbij aan de bedreigingen die de nieuwe golf van geheimhouding vormt voor de grondwettelijke rechten. De auteurs maken geen melding van het spionageschandaal in Maryland dat in 2008-09 kort in het nieuws was, deels dankzij verhalen in de krant. Washington Post. Bij de gebeurtenissen in Maryland waren niet alleen de geografische nabijheid van het onderwerp betrokken, maar waren ook enkele instellingen betrokken die in de serie "Top Secret America" werden onderzocht. Deze verwaarlozing is opmerkelijk omdat het spionageschandaal in Maryland sinds 9 september een venster is op de grote veranderingen in de surveillancemethoden, waaruit blijkt hoe een breed scala aan mensen onder officiële verdenking kan vallen.
Een korte geschiedenis van binnenlandse veiligheid
In februari 2009, de Los Angeles Times meldde beschuldigingen van Amerikaanse moslims dat de FBI moskeeën in Californië bespioneerde. Moslimorganisaties beweren ook dat een infiltrant pleitte voor het gebruik van geweld in gesprekken met aanbidders. De surveillancetactieken die naar verluidt in Orange County worden gebruikt, zijn een verontrustende herinnering aan de COINTELPRO-agenten en provocateurs van het Bureau die in de jaren zestig politieke dissidenten achtervolgden.
De afgelopen tien jaar hebben COINTELPRO-achtige operaties van minder geheime aard plaatsgevonden. De Joint Terrorism Task Forces (JTTF's) zijn actief in meer dan 100 Amerikaanse steden en bestaan uit agenten van de FBI en andere federale binnenlandse inlichtingendiensten die ogenschijnlijk samenwerken met de staats- en lokale politie om terreurdaden te voorkomen. (Colorado is hiervan een voorbeeld.) Regionale JTTF's hebben surveillanceoperaties uitgevoerd tegen milieuactivisten en politieke demonstranten, met als meest recente opmerkelijke incident de Nationale Conventie van de Democratische Partij in 2008.
Het ministerie van Defensie doet denken aan de planning van 'burgerlijke onlusten' na de Tweede Wereldoorlog en verzamelt op vergelijkbare wijze binnenlandse inlichtingen, in strijd met de Posse Comitatus Act uit 1878. Afgelopen zomer kwam aan het licht dat een lid van de Pentagon Force Protection Agency groepen bespioneerde die protesteerden tegen de export van militair materieel naar Irak en Afghanistan via havens in de staat Washington, al sinds minstens 2007. In maart bespioneerde generaal Victor Renuart, die aan het hoofd staat van zowel Northern Command als NORAD erkenden dat het Pentagon dergelijke informatie deelt met de lokale politie.